maandag 2 mei 2011

Traduttore traditore?

Acht april 2011, zomaar een vrijdagmiddag in de lente: buiten zon en ontspanning, binnen zweet en concentratie. Zo'n zeventig leerlingen van de Amsterdamse gymnasia strijden, slechts gewapend met pen, papier en een woordenboek, om twee wisselbekers van blinkend zilver. Ze hebben zich over de klapstoeltjes van een reusachtige collegezaal van de VU verspreid en doen mee aan de jaarlijkse vertaalwedstrijd Grieks en Latijn, georganiseerd door het Nederlands Klassiek Verbond. Zij laten hun creativiteit los op een passage uit Claudianus' Roof van Proserpina (II, 277-293), waarin Pluto de lieflijke schoonheid van de onderwereld voor Proserpina  beschrijft, of op een passage uit Plato's Republiek (329a1-c5), waarin Sokrates aan Kephalos vraagt hoe ouderdom met lichamelijke liefde te rijmen valt. Niemand heeft tijd om op te kijken en als na anderhalf uur het hora est klinkt, zijn velen nog druk aan het schrijven. Eenmaal buiten, nemen sommigen deel aan een rondleiding naar de Zuidas, anderen strijken neer op het terras op de campus. Nu is het wachten op de jury, die gaat uitmaken wie dit jaar de bekers verdienen, en wie de tweede en derde prijs in de wacht slepen.
Wij, de jury (Rodie Risselada (UvA) en  Suzanne Adema (VU) voor Latijn, Mathieu de Bakker (UvA) en ondergetekende voor Grieks), trekken ons ondertussen terug in een van de kamers op de 9e verdieping. Wij nemen de fakkel van de inspanning over en hebben de taak om alle vertalingen stuk voor stuk te wegen. Er zijn er opvallend genoeg meer voor Grieks dan voor Latijn, terwijl de verhouding bij het eindexamen precies andersom ligt. Met z'n vieren om een grote tafel gezeten volbrengen wij koortsachtig onze taak. We leiden elkaar voortdurend af met vertalersvondsten, -vrijheden of -fouten. Vooral het stuk van Plato leent zich voor veel gelach. Oude mannen die praten over … tsja hoe vertaal je nu tafrodisia? De meeste leerlingen kiezen voor 'zinnelijke liefde', want dat is wat het woordenboek suggereert, maar dat vinden wij aan de preutse kant. Een enkeling waagt zich gelukkig aan 'sex'. Waar aan de dichter Sophokles op hoge leeftijd wordt gevraagd: eti hoios te ei gunaiki sugginesthai? leest één leerling per ongeluk niet hoios maar oios ('alleen') en vertaalt de zin dus heel vlot met 'Sokrates, ben jij nog single?', terwijl het voor een andere leerling in deze dialoog duidelijk meer om de kwaliteit dan de kwantiteit gaat: 'Sokrates, hoe heb jij sex met je vrouw?' Alle leerlingen hebben in ieder geval hun best gedaan om zo goed mogelijk te vertalen, en een paar hebben zich voorzichtig aan méér gewaagd en daarbij soms een klein beetje verraad durven plegen –  zij zijn het dan ook die in de prijzen vallen.
Na een kleine anderhalf uur lopen wij met rode wangen de collegezaal weer in, waar wij ons iudicium publiekelijk verwoorden. Duidelijk wordt dat het Vossius Gymnasium die blinkend zilveren wisselbekers dit jaar opnieuw mee mag nemen. Voor Grieks zijn de winnaars (1) David Cohen (Vossius Gymnasium en tevens winnaar voor Latijn in 2010), (2) Ozair Abawi (Vossius Gymnasium) en (3) Adri Wessel (Cygnusgymnasium); voor Latijn (1) Marieke Vinkenoog (Vossius Gymnasium), (2) Laura Vetter (Vierde Gymnasium) en (3) Isabelle van der Velpen (Vossius Gymnasium). De winnaars krijgen boeken, met daarbij de CD  'Een nieuw stralend lied zal ik zingen', met vertalingen door Piet Schrijvers van Vergilius, Horatius en Lucretius, voorgedragen door Jeroen Willems - speciaal door onze collega Mieke Koenen (VU)  aangeboden.
Nieuwsgierig naar de vertalingen van de winnaars? Het NKV zet die binnenkort op www.nkv.nl

Emilie van Opstall

Geen opmerkingen:

Een reactie posten